Maandag 16 november vertrekken we dan eindelijk naar Thulo Parsel. Om 8 uur is er nog geen jeep en geen vrachtwagen. Maar ja dit is Nepal. Een uurtje later staan zowel de vrachtwagen als de jeep er. We besluiten om ook nog even extra benzine te kopen à 400 rupee per liter. Dat is 3,80 euro! Altijd handig in deze brandstofcrisis en we hebben het ook nodig voor het aggregaat. Volgeladen vertrekken om na een uur de laatste inkopen te doen in Banepa, zoals extra cement, waterpijpen, een tank om cementkuipen van te maken en drinkwater. We moeten ons haasten want het is nog een heel eind rijden en op een onverharde weg wil je niet in het donker rijden. We rijden op een nieuwe weg volgens Jit, maar dat is aan de staat van de weg niet te merken. Het zit vol diepe putten en kuilen en we rijden langs steile afgronden. De bochten zijn zo haaks dat de jeep terug moet steken om de bocht te maken. We komen om een uur of vier aan bij het dorp. Er staat al een heel comité klaar om ons te verwelkomen. We krijgen van de dorpsoudsten allemaal een mala omgehangen, een zelfgemaakte bloemenkrans. Het hele dorp is uitgelopen om onze spullen te dragen. Vrouwen, kinderen, het maakt hier allemaal niet uit. Iedereen sjouwt hier en wat zijn ze sterk. Kleine mannetjes van een jaar of tien dragen zomaar dertig kilo. Een van de mannetjes valt maar zijn vader heeft geen medelijden, hij moet het maar leren, zegt zijn vader. . We zetten snel voor het donker onze tentjes op en de kok verrast ons met een heerlijke warme maaltijd. Het is schrijnend om te zien dat de dorpelingen nog steeds in hun provisorische bamboe onderkomens leven. We inspecteren nog even de bouwplaats en zijn aangenaam verrast. Vier strakke bouwplaatsen en bij twee liggen de door ons bestelde materialen bij onze werkvoorbereider Rabi. We kunnen dus meteen aan de slag morgen. We bespreken nog even de aanpak en planning voor morgen. Dan vroeg naar bed, want morgen gaat om zes uur de wekker.